Geplaatst op 26-05-2023
- Categorie: Energie
De LWO stelde een vraag aan het Ministerie over de verplichting van warmtepompen voor woonboten. Hieronder staan de vraag en het antwoord.
Vraag:
Op 1 mei heeft Minister De Jonge een brief naar de Tweede Kamer gestuurd (kenmerk 2023-0000192340) over de Reikwijdte normering verwarmingsinstallaties. In deze brief staan uitzonderingen op de verplichting warmtepompen te installeren.
Vraag: vallen drijvende woningen/woonarken onder de verplichting of behoren ze tot de uitzonderingen? Worden er bij een verplichting bijzondere eisen gesteld in verband met de situatie/technische mogelijkheden van een woonark?
Antwoord:
Vanaf 2026 wordt de hybride warmtepomp de minimale standaard voor het verwarmen van de woning. Deze minimumstandaard geldt op het moment dat de verwarmingsinstallatie aangepast of vervangen wordt. Dat kan de cv-ketel zijn, maar ook andere technieken om de ruimte te verwarmen moeten aan deze eis voldoen. In het huidige Bouwbesluit (in de toekomst het Besluit bouwwerken leefomgeving) is verder overgangsrecht opgenomen voor woonarken/boten. Hierdoor hoeven woonarken/boten die vóór 1 januari 2018 zijn gebouwd niet te voldoen aan de technische voorschriften van het Bouwbesluit. Ze zullen hierdoor dus ook uitgezonderd zijn van de verscherpte eis aan verwarmingsinstallaties en het plaatsen van een hybride warmtepomp. Woonarken/boten die na deze datum zijn gebouwd moeten wel aan de verscherpte eis voldoen.
Mocht de woning wel aan de verplichting moeten voldoen en zijn er veel aanpassingen nodig om een hybride warmtepomp te plaatsen, bestaat er ook een uitzondering als de investering niet binnen zeven jaar, inclusief de bestaande subsidies, terug te verdienen is. Alle kosten die nodig zouden zijn voor de aanpassing tellen hierin mee. Op de volgende pagina kunt u de beschikbare informatie en relevante links vinden over de uitzonderingen:
https://www.volkshuisvestingnederland.nl/.