Hoe lager de waarde van je woonboot is, hoe minder belasting je erover betaalt. Mogelijk dat een wat hogere of wat lagere waarde nu niet zoveel uitmaakt, leidende tot de gedachte 'waarom de moeite doen om een lagere waarde te krijgen'. Echter, in de komende jaren gaat een wat hogere of een wat lagere waarde wel flink aantikken. Laat je nu een te hoge waarde lopen, dan corrigeer je dat in de toekomst niet meer zo gemakkelijk.
Boodschap: ook al zou het nu niet veel schelen, zorg dat je de waarde van je woonboot binnen de geldende regels nu al in orde hebt.
Hieronder leggen we uit hoe dit zit.
Het belang van een “juiste waardebepaling”
Jaarlijks worden ook de meeste waterbewoners geconfronteerd met het moeten invullen van hun aangifte Inkomstenbelasting. Nu geeft de LWO geen specifieke fiscale adviezen, maar er bestaan wel enkele algemene adviezen waaronder het belang van een juiste waardebepaling. Het gaat hier niet om hoe een waarde tot stand komt maar veel meer de gevolgen voor nu en met name de toekomst. Door nu al vroegtijdig hierop voorbereid te zijn en waar mogelijk te anticiperen, zou dit je in de nabije toekomst zo maar eens veel geld op kunnen leveren. Samengevat een dringend advies: Blijf alert op de waardebepaling van je geliefde waterwoning.
De invloed van de corona-uitbraak:
In de meeste gevallen stellen de lagere overheden, waaronder de Gemeente, de waarde van je waterwoning vast. Die waarde is ook weer bepalend voor je aangifte Inkomstenbelasting. Het is goed te weten dat de gemeente haar inkomsten voor een flink deel (gemiddeld 19 tot 20%) haalt uit gemeentelijke belastingen, voor de bootbewoners de RZB en precariobelasting. Het massaal uit moeten keren van tegemoetkomingen middels de BBz regelingen ten gevolge van de corona-uitbraak heeft er mede voor gezorgd dat veel Gemeenten hun begroting niet sluitend kunnen krijgen, tenzij ze de waarden en heffingen fors verhogen. Daar we voorlopig nog niet van corona af zijn, verwachten we hier nog wel een tijd last van te hebben. Eenmaal deze weg ingeslagen is het maar de vraag in hoeverre we weer ooit terug kunnen naar normaal.
Afbouw van de Hillen-Wetgeving:
Velen onder ons zullen denken, wat is dit nu weer. Terecht, het is een soort van sluipmoordenaar of beter gezegd de nieuwe melkkoe. De Hillen- Wetgeving is ten tijde van de laatste economische recessie in het leven geroepen. Zij voorzag eigenaren van onroerende zaken (let op, en daarmee gelijkgestelde eigenaren van roerende zaken, de woonbootbewoners) die geen of vrijwel geen hypotheekrente meer betaalden van een vrijstelling indien de huurwaarde meer bedroeg dan de aftrekbare hypotheekrente. Nu het economisch gezien allemaal beter gaat, is ingaande het belastingjaar 2019 besloten deze “vrijstelling” op te heffen. Na veel protest is besloten het voordeel in dertig jaar af te bouwen. In de bijlage een overzicht “Resultaten afbouw Hillen Wetgeving”. Een ieder zal hier vroeg of laat mee te maken krijgen, immers de Wet werkt nu al en we verkeren thans in het derde jaar.
30 jaars-regeling:
Dit zal voor een aantal onder ons een meer bekende Wetgeving zijn.
Sinds 2001 geldt dat je als eigenaar van een onroerende zaak (ook hier weer of daarmee wettelijk gelijk gesteld, de woonboot) maximaal 30 jaar, zijnde 360 maanden, hypotheekrente aftrek kunt genieten. Had je het recht al in 2001 of eerder, dan geniet je dit nog tot en met 2030. Het jaar 2001 is het eerste teljaar. Is tussentijds een bepaalde periode geen rente aftrek genoten, dan kun je deze tijd toevoegen aan 2030 tot uiteraard een maximum van 360 maanden.
Wees je ervan bewust dat de tijd dringt, zeker als je al vanaf 2001 deze aftrek hebt genoten.
Combinaties van wetgeving:
De combinatie van de afbouw van de Hillen-Wetgeving enerzijds en binnen 9 jaar voor velen het einde van de 30-jaars regeling, zal zoals de Wetgeving er nu uit ziet voor een behoorlijke belastingdruk gaan zorgen.
Er zijn dus drie effecten:
- te verwachten verhoging van de gemeentelijke tarieven RZB en precario
- afbouw van de Hillen-Wetgeving (extra onvoordelig wanneer ook nog de vastgestelde waarde van de woonboot stijgt)
- ieder jaar een vermindering van het bedrag van de hypotheekrente dat voor aftrek in aanmerking komt
Al deze effecten werken dezelfde kant op: in het nadeel van de eigenaar.
Bij enkele van deze effecten speelt de vastgestelde waarde van de woonboot een cruciale rol: hoe lager de waarde, hoe kleiner het effect.
De volgende vraag is dan: wat is de waarde van mijn woonboot en wie maakt dit uit?
Indien de gemeente RZB heft op je woonboot moet de gemeente de waarde aangeven. Hiertegen kun je bezwaar maken. De belastingdienst volgt deze vastgestelde waarde.
Heft de gemeente deze belasting niet, dan moet je wel een waarde aangeven voor de inkomstenbelasting. De belastingdienst kan deze accepteren of niet. Zo niet, dan moet de belastingdienst met een eigen gemotiveerde waardebepaling komen.
De omstandigheden per geval en daarmee het vaststellen van een waarde verschillen sterk. Het is niet mogelijk om hiervoor algemene adviezen te geven. Het inschakelen van een deskundige en ter plaatse bekende belastingadviseur is aan te raden. De kost gaat hier zeker voor de baat uit!
De LWO behartigt de belangen van woonbootbewoners, ondersteunt haar leden, stimuleert activiteiten die van belang zijn voor het wonen op het water en onderhoudt een uitgebreid netwerk om haar doelen te bereiken. De LWO doet dat samen met haar leden.
LWO Secretaris
p/a Postbus 166
6600 AD Wijchen
Bankrekeningnummer: NL62INGB0007112302
Heeft u vragen of problemen: mail ons!
De LWO-Helpdesk geeft eerstelijnsadvies bij juridische en andere problemen
rond het waterwonen. Stel uw vraag via ons mailadres: owl.[antispam].@lwoorg.nl of
schriftelijk aan: Postbus 166, 6600 AD Wychen.
Voor vragen aan het bestuur: owl.[antispam].@lwoorg.nl
Voor de ledenadministratie: nimdanedel.[antispam].@lwoorg.nl